Het beheersen van ratten en muizen moet sinds dit jaar, zowel binnen als buiten gebouwen, volgens de IPM-werkwijze gebeuren. Dat wil zeggen Integrated Pest Management, of te wel geïntegreerd plaagdiermanagement. Doel van deze werkwijze is om dierplagen en ziekteverspreiding te voorkomen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat er zo min mogelijk gif in het milieu belandt en te voorkomen dat ratten en muizen resistent worden tegen de middelen.
In IPM knaagdierbeheersing is het voorkómen van overlast van knaagdieren de eerste stap (monitoring) en de tweede stap is het zogenoemde ‘habitat management’, zoals het verwijderen van schuilplaatsen e.d. De derde stap is het toepassen van niet-chemische middelen (mechanische bestrijding) en de vierde stap is dat alleen in het uiterste geval chemische bestrijding wordt toegepast. Voor deze laatste stap gelden met ingang van 1 januari 2023 strengere eisen.
Strengere eisen
Nagenoeg alle chemische middelen tegen ratten en muizen (rodenticiden) mogen alleen nog worden toegepast door gecertificeerde bedrijven en aanvullend geschoolde personen. Dit betekent dat het strafbaar is om zelf, zonder bedrijfscertificaat IPM-Knaagdierbeheersing en licentie IPM-KBA, rodenticiden toe te passen. Het huidige certificaat KBA is niet meer voldoende.
Cursussen om zelf aan de gang te gaan met bestrijding zijn vaak kostbaar. U kunt er ook voor kiezen met Bureau Plaagdierpreventie in te schakelen met korting via LTO Ledenvoordeel.
LTO-leden ontvangen 10% korting op alle diensten van Bureau Plaagdierpreventie!